Ein köppelke

Oktober 1912 trokken twee ‘köppelkes’ te voet richting Hulsberg. Maria Eussen en Jüp Keijdener waren samen met het paartje Vliegen uit de Hekerbeek op weg naar de kerk in Hulsberg, waar ze gelijktijdig tijdens één heilige mis in het huwelijk wilden treden en elkaars getuigen zouden zijn. Wel moesten de bruidsparen ieder de volle prijs aan pastoor betalen. Na de mis weer te voet terug naar de Nieuweweg waar het oudershuis van zowel pap als mam lag. Daar stond ook het koffer reeds gereed voor een korte huwelijksreis naar Luik. Naar deze Waalse stad gingen ze met de trein vanuit Valkenburg..

Na hun terugkomst ging het getrouwde stel in een klein huisje aan de Heek nummer 13 wonen.

Dit huisje staat er nu nog steeds en is omgebouwd tot een kleine bungalow.

In 1912 waren de omstandigheden heel wat soberder. ’s Zondags strooide mam witte zand op de lemen vloer en zij maakte voor de kasten en de kachel in dit zand mooie figuurtjes. ’s Avonds ging dan de petroleumlamp aan en werd er gekookt op het ‘petroltoestel’ of de kachel. Buiten stond een grote regenton met water, dat gebruik werd voor te wassen. Zuiver water moest mam met 2 emmers halen in het Hekerbos. Daar was een bron. In de winter, als het glad was, viel ze vaak en moest ze weer terug om de emmers opnieuw te vullen.

In het begin was die bron een groot gat in de grond en daarom heeft pap daar een muurtje omheen gemetseld. Het vullen van de emmers ging vanaf toen dan ook een stuk gemakkelijker.

Al snel diende Fien zich aan, 25 oktober 1913. Voor de babyspulletjes had mam een mooie vierkante ‘kindkorf’ met een roze lint omheen. Deze korf is later zelfs nog gebruikt toen het eerste kleinkind, Jo van Mia en Ernst, is geboren. Er lagen na al die jaren nog bruikbare spullen in, zoals het doopjurkje, een mutsje en windels. Ook hadden we een grote wieg, die leek meer op een grote rieten korf.

Tien maanden na Fien kwam Mia, 31 augustus 1914; daarna ging het in sneltreinvaart. Eerst weer een meisje, dat jammer genoeg na 3 maanden is overleden in het ziekenhuis te Heerlen. Vervolgens werd de eerste jongen, Harie, geboren.

Het ouderlijk huis aan de Nieuweweg 78-80 te Hulsberg (thans Valkenburg Lb)
foto titel

Op 19 maart 1918 overleed de moeder van mam. Daarna is het gezinnetje al snel verhuisd naar de Nieuweweg; naar haar oudershuis en inwonen bij ‘Groß’ (opa Eussen). Hier kregen ze wel meer ruimte en gelukkig een eigen waterput. Het samenleven met opa is niet altijd zó leuk geweest. Hij was namelijk vaak niet gemakkelijk in de omgang.

Met kerstmis bracht de ooievaar weer een broertje, Sjeng, naar ons huis aan de Nieuweweg. Al snel daarna volgde Sjef, en Guus sloot de rij. Mam was blij en vond dat het gezin zo wel een beetje compleet was.

Vier jaar later, op de dag dat Guus zijn verjaardag vierde, is Lies geboren. Voor mam gelukkig weer een meisje. Pa had weer de smaak te pakken en het gezin werd dan ook in 1927 en 1928 gecompleteerd met Wiel en Mathieu.

Nu was het toch genoeg en kon pap met het gezicht naar de muur gaan slapen.

Het waren zware tijden voor zo’n groot gezin. Pa heeft altijd hard moeten werken en mam voor de kinderen zorgen. Fien moest al vanaf jonge leeftijd meewerken, zoals Fien later zelf vertelde. Mia had het beter, die mocht altijd met de kinderwagen gaan wandelen.

Het was een fijn en braaf gezin, dat altijd bijelkaar is gebleven tot dat de kinderen later één voor één begonnen uit te vliegen om zelf een gezin te stichten.

Lies van den Berg-Keijdener (september 2006)